Sponsoren van een kind… maakt wel duidelijk een verschil!
Wat hebben we juist voor ogen als we praten over sponsoring van kinderen? Heel zeker heeft elke sponsor daar zijn bepaalde kijk op, met zijn gedachten en wensen voor het welzijn van het kind dat hij wil begeleiden.
De hoofdzaak is meestal het sponsorkind de mogelijkheid te geven om school te kunnen lopen. Het is dan ook voor het sponsoring programma en voor de sponsor het aangenaamste een zo jong mogelijk kind te kunnen steunen. Er zijn sponsors die kinderen vijftien of meer jaren, dus vanaf hun kleutertijd, kunnen volgen tot ze afgestudeerd zijn. Dit geeft natuurlijk een grote voldoening aan beide kanten.
Maar wat met onze kinderen die op latere leeftijd, als ze 15, 16 jaar zijn en omwille van familiale omstandigheden hun studies moeten stopzetten? Of waar de sponsor de sponsoring heeft stopgezet? Kunnen we ook deze kinderen nog een kans geven om verder naar school te gaan? Immers, deze kinderen zouden binnen enkele jaren een diploma kunnen behalen en daarna op hun beurt hun familie verder helpen. Zij zouden ervoor kunnen zorgen dat hun jongere broertjes of zusjes geen sponsoring nodig hebben omdat zij de medekostwinnaar zouden kunnen zijn voor het gezin.
Dat mensen voor zichzelf kunnen zorgen, is wat we eigenlijk beogen. We wensen dat mensen weerbaar worden zodat ze zelf voor hun rechten kunnen opkomen? En dat wij als sponsor ons dan stil en met veel voldoening kunnen terugtrekken.
Het omgekeerde gebeurt eveneens. Een meisje wordt gesponsord en op 16jarige leeftijd besluit haar familie dat het hoog tijd is om te huwen. Voor ons moeilijk te begrijpen. Waarom moet ze huwen? We zorgen toch voor haar studies? De traditie in deze oerstammen is dikwijls zo dat deze meisjes zeer vroeg uitgehuwelijkt worden. Maar ook dan zien we dat deze sponsoring niet verloren is gegaan.
Als we in de dorpen onze sponsorkinderen thuis gaan bezoeken, is het heel duidelijk te zien welke jonge vrouwen in het dorp naar school zijn geweest.
Zij hebben immers leren lezen en schrijven, hebben een begrip voor hygiëne en worden de leidinggevende figuren in het dorp. Verschillende van onze ex-sponsorkinderen beginnen in hun dorp zelfhulpgroepen voor vrouwen op te richten. Maandelijks wordt er van deze vrouwen een kleine bijdrage gevraagd waarmee dan geiten kunnen aangekocht worden en om met een geitenkwekerij te starten. Geitenvlees is erg duur in India.
Anderen kopen weefgetouwen en materiaal om geweven kleding te maken om deze op de markt te verkopen. Een andere zelfhulpgroep maakt krijtjes en verkoopt ze per 100 stuks aan scholen. Visvijvers worden aangelegd om de voeding in het dorp te verbeteren.
We zijn geweldig trots op deze jonge vrouwen die binnen vijf, tien, twintig jaar het dorp een totaal ander aanzien zullen geven.
Zo zien we dat sponsoren eigenlijk geven is in vrijheid,
mogelijkheden scheppen waar ze nodig zijn, voor klein of groot,
en bij het geven van die mogelijkheden
de ander zijn keuze, zijn vrijheid respecteren.
We horen wel vaak: ach, dat zijn toch maar druppels op een hete plaat.
Dat is natuurlijk een bepaalde manier om er tegen aan te kijken.
Onze kijk is:
Als je een kaarsje aansteekt in een donkere kamer, verdwijnt de duisternis niet helemaal maar stilaan wordt het zicht beter en men krijgt de mogelijkheid om de deur te vinden en… die te openen en in het licht te treden.
Bij deze willen we allen danken die deze mogelijkheden van harte geven.
(tekst van Fanny Lopez, verantwoordelijke tussenpersoon zusters Ursulinen India en Congo)
vrijdag 24 maart 2017